maandag 26 november 2018

70. De positieve neveneffecten van het dragen van een ooglapje.


Het heeft altijd in mijn natuur gezeten om iedereen vriendelijk gedag te zeggen. Meestal krijg je wel iets terug maar de laatste tijd lijkt het wel of mensen een stijve nek hebben of hun adamsappel in de weg zit waardoor een knikje niet meer lukt, aangezien er niet veel reacties meer komen. Sinds een paar weken draag ik nu constant mijn ooglap en dat heeft zo zijn gevolgen. 
Het ligt in de mens zijn aard om te staren naar iets wat niet gangbaar is, een ooglapje is nu eenmaal niet zo gangbaar dus daar zijn de onderzoekende blikken. Wanneer mijn hoofd hun richting uitdraait worden deze al vlug gevolgd door een vriendelijke ‘gedag’. Het is echt grappig hoeveel personen me dezer dagen een ‘goede dag’ toewensen en dat kan toch alleen maar positief zijn.
Naar de winkel gaan gaat plots zoveel vlotter. Wanneer ik al een tijdje brillenwisselend, én met ooglap, met mijn neus voor de rekken hang ontgaat dit niet aan de aandacht van het winkelpersoneel en komt de vraag of ze me kunnen helpen in mijn zoektocht. Dit terwijl ik zijn collega een andere klant hoor aanraden om goed te kijken wanneer de ongeduldige vrouw, al na een paar seconden zoeken, te gretig gebruik maakt van de aanwezigheid van de rekkenvullende man.
Het personeel kan natuurlijk niet in alle gangen op uitkijk staan, de rekken geraken namelijk ooit wel eens vol en terwijl mijn man verder helpt onze kar een uitpuilende vorm aan te geven slaag ik er toch nog in om 8 flessen conditioner mee te nemen i.p.v. 4 conditioners én 4 shampoo’s. De voorraad conditioner is alvast voor een hele tijd aangevuld.

Meer en meer vraag ik me af waarom ik toch zo’n enorme angst had om met de ooglap naar buiten te komen, blijkbaar heeft het alleen maar positieve gevolgen. Ik raad dan ook mensen die hier baat bij zouden hebben hetzelfde te doen.

Zoektocht : ik ben nog steeds op zoek naar mensen of bedrijven die me kunnen helpen met het maken van modieuze ooglapjes.

Anekdote : Onze jongste houdt van feestjes en sweet 16,17,18…Altijd heel leuk en amusant. Het enige waar hij een probleem blijkt mee te hebben is het kloklezen. Dit is nogal verwonderlijk aangezien hij pas 5 of 6 was toen hij reeds perfect kon aanduiden welk uur het was. Tijdens het puberen moet dat toch ergens verloren zijn gegaan. Op een zaterdag word ik, midden in de nacht, wakker voor een toiletpauze. Ik besluit even op zijn kamer te gaan kijken of hij rustig in bed ligt. Zachtjes open ik zijn deur en hoor muziek weerklinken. Een normaal inslaapritueel voor hem maar aangezien het ‘vroege’ uur vind ik het vreemd dat zijn gsm nog niet automatisch uitschakelde. Ik knipper zachtjes het licht aan en kruip op handen en knieën zijn grote bed op in een poging het toestel tot zwijgen te brengen. Aangezien ik mijn bril niet opheb kom ik wel heel dicht tegen hem aan en zie dat hij me met grote ogen en een verbaasde brede glimlach ligt aan te kijken…Mijn vermoeden dat het kloklezen alweer niet echt is gelukt wordt alleen maar bevestigd door de wakkere heldere ogen die me aanstaren…
Mijn facebookpagina : Hogemyopie

dinsdag 13 november 2018

69 Volle moed naar Low Vision




De dag van mijn bezoek heb ik toch wel wat zenuwen. Al ben ik ervan overtuigd dat ik daar in goede handen ben. Toch verloopt het anders dan dat ik in gedachten had. Eerst is er een gesprek waar ik mijn verhaal een beetje vertel. Wanneer ik aangeef dat mijn rechteroog heel regelmatig (en vooral ’s avonds) heel moe is en dat duidelijk merkbaar is, wordt me gevraagd hoe dat komt. Een beetje verwonderd kijk ik de optometrist aan omdat ik het nogal vreemd vind dat de vraag van haar komt terwijl die toch eerder van mij zou moeten komen. Mijn vermoeden is wel dat mijn rechteroog zich zo moet forceren dat het op het eind van de dag gewoon op is.  De persoon gaat overleggen met de mij wel bekende oogarts en komt dan terug voor verder onderzoek. Ik had aangegeven dat het linkeroog me wel heel veel last bezorgt en ik daarom gebruik maak van een ooglap. Er wordt een bedenking gemaakt of het niet beter is een filter op mijn bril te kleven en eventueel te proberen met een prisma de twee beelden samen te brengen. Maar het verschil tussen de twee ogen is zo enorm groot, het ene beeld is dan ook nog eens een stuk groter dan het andere met een volledige vervorming. Zelfs de beste illusionist krijgt dit niet op een aanvaardbare manier samengevoegd. 

Dan blijft er enkel nog de filter over maar aangezien die op mijn bril gekleefd wordt komt er nog steeds licht van de zijkanten wat dus wil zeggen dat het oog nog steeds licht opvangt. Het geeft zeker beterschap maar het volledig afdekken is gewoon de beste oplossing. Er wordt nog een poging gedaan om mijn leesbril nog sterker te maken om toch dat ene lijntje op het tekstblad, verlicht door een intense lichtbundel, verder te kunnen lezen wat uiteindelijk wel lukt maar ik voel de enorme inspanning die het me kost. Ook de daarop volgende onderzoeken zijn vermoeiend. Iedere keer weer vraag ik me af waarom zo tot het extreme uiterste moet gegaan worden om te zien wat er nog uit te halen valt. In het dagelijkse leven is het kijken al vermoeiend genoeg, moesten we ons op de manier moeten focussen die ze hier van ons verwachten zou het gewoon niet uit te houden zijn. We lopen ook niet constant met een mijnwerkerslamp op ons voorhoofd. Bij de testen wordt de meest optimale belichting gebruikt en lijken ze ervan uit te gaan dat we zo'n ingebouwde lamp bezitten. Waarom lijken optometristen dat totaal niet te snappen. Ik zou heel wat hulp hebben aan middelen waardoor ik mijn oog niet moet forceren en zeg dit dan ook. Eveneens het feit dat ik niet alleen durf buiten te gaan omdat de angst me iedere keer weer om het hart slaat wanneer dingen plots voor me opduiken en oneffenheden in een voetpad niet worden opgemerkt. 

Na hun bespreking kan ik langs bij de oogarts. Daar wordt eigenlijk alleen bevestigd wat ik een jaar geleden zelf heb uitgedokterd, dat het het beste is om de ooglap zoveel mogelijk of, nog beter, altijd te dragen en niet te wachten tot het te moeilijk wordt in mijn hoofd of voor mijn andere oog. Voor een witte stok kom ik op dit moment nog net niet in aanmerking. Alweer een dubbel gevoel. Enerzijds wil het zeggen dat ik nog boven de grens zit die wordt vooropgesteld, langs de andere kant waren er reeds momenten in mijn leven waarop ik een heel stuk onder die grens zat en zal het terug in die richting evolueren. Met mijn huidige zicht durf ik niet alleen buiten en vind het heel jammer dat er niet wordt verder gekeken. Ook naar leeftijd toe. Momenteel heb ik nog de leeftijd waarop alles aanleren nog vlotjes gaat. Niet alleen het aanleren van het stokgebruik maar eveneens spraaktechnologie hier op pc. Binnen een paar jaar kan dat al een heel stuk moeilijker zijn. Mijn man heeft het lumineuze idee dat het misschien een optie is om me er toch alleen op uit te sturen. Wanneer ik dan een paar keer tegen de vlakte ga, met bebloede neus en loszittende tanden terug te gaan en dan opnieuw dezelfde vraag te stellen. Meestal vind ik zijn voorstellen wel fijn maar voor deze ga ik toch even passen. Ik berust me er alweer in maar vind het een beetje een gemiste kans. 

Door het contact met lotgenoten kreeg ik de zin om terug wat zelfstandiger te worden en zelf op pad te gaan. Dit zal nog even moeten wachten. Gelukkig heb ik nog een groot vangnet rond me doordat ik een beroep kan doen op onze beide ouders en vooral op mijn man als privéchauffeur. Hier op pc lukt het wel met mijn grote scherm en een groter lettertype maar ik ondervind dat ik slechts een bepaalde tijd voor het scherm aankan omdat het oog alweer te moe wordt. Ondertussen adviseerden me reeds een paar lotgenoten toch door te zetten met de aanvraag. Ook zij kregen niet direct de nodige hulpmiddelen maar door een gemotiveerde uitleg werden ze uiteindelijk toch opgenomen in het programma. Ikzelf nam eigenlijk geen enkele voorbereiding omdat ik ervan uitging dat het wel in orde zou zijn. Ik laat het momenteel allemaal even bezinken en ga nog even verder op hetzelfde elan. Het is nu niet dat mijn brein pijlsnel achteruitgaat en de motivatie er wel komt op het moment dat die nodig is om door te zetten en nieuwe dingen aan te leren.

Gelukkig komt er een lang weekend aan met onze ‘vakantiebende’ dat alweer voor heel wat aangename momenten zorgt en me even al de rest doet vergeten. Al heb ik af en toe toch wat hulp nodig zoals bij het fornuis waar de touchtoetsen van de kookvlakken niet te zien zijn, gelukkig kan ik de eerste de beste die de keuken inkomt vast grabbelen om me even op weg te helpen. Eén avond wordt er TV gekeken, 'Pirates of the Carribean' waar ik plots wel een heel vreemd vertrouwd gevoel mee krijg. Het scherm is een heel stuk kleiner dan wat ik thuis gewend ben en zorgt ervoor dat mijn hoofd het zicht van de andere kijkers net niet verstoort, al lijkt het wel of ik met mijn ooglap volledig zou kunnen blenden in het geheel. De schuine kant aan ons bedhoofd wordt op het hele weekend slechts één keer geraakt door mijn voorhoofd, een hele prestatie. Bij het maken van een avondwandeling door het prachtige Brugge blijkt nog maar eens dat alleen op pad gaan echt geen optie meer is. Ik besluit dan maar mijn man nog wat steviger vast te nemen terwijl ik blindelings zijn passen volg en stel me de vraag waarom dit niet begrepen wordt, zelfs niet in een gespecialiseerd centrum…

Anekdote : Op weg naar de kerk, voor het doopfeest van mijn man zijn petekindje, waren we op zoek naar een parkeerplaats. Wanneer ik naast me zit te kijken zie ik, recht voor mijn neus én als enige van de 4 inzittenden in de wagen, dat een andere auto zijn parkeerplekje verlaat. Apetrots maak ik er de rest nog eens attent op dat IK wel degene was die het zag en mopper ondertussen nog maar eens waarom ik niet meer met de wagen mag rijden. De reden wordt een paar uur later duidelijk wanneer ik, bij het passeren van de tafel, nietsvermoedend de taartenplateau raak en hem zo, met veel lawaai, de grond op kieper. Gelukkig waren de laatste stukjes taart net ergens anders in veiligheid gebracht. Toch was ik een beetje verbaasd dat mijn hulp bij de vaat plots niet meer nodig was en ik rustig aan tafel mocht gaan zitten.

Mijn facebookpagina : Hoge Myopie

donderdag 8 november 2018

68. Misbruik parkeerkaarten voor mensen met een handicap.



Het moet ongeveer een 20 jaar geleden zijn dat ik mijn persoonlijke parkeerkaart kreeg toegestuurd. Toch kan ik de momenten dat we ze, in heel deze periode, gebruikten op mijn twee handen tellen.

Hoe dat komt?

Ten eerste omdat vanaf het moment dat je nog maar de intentie hebt om een parkeerplaats voor gehandicapten op te rijden je priemende blikken in je nek voelt van oordelende mensen die zich afvragen wat je handicap zou kunnen zijn en of je wel recht hebt om daar te staan. Van het moment dat het portier opengaat inspecteren onderzoekende ogen je van kop tot teen, wat een heel onaangenaam gevoel geeft.

Eén van de redenen voor deze argwanende blikken is natuurlijk het veelvuldig misbruik van de kaarten. Als je ziet dat er heel wat kaarten in omloop blijven terwijl de wettige eigenaar allang is overleden, is dat alleen maar schrijnend te noemen. Hoe kan het in mensen hun hoofd goed voelen om parkeerplaatsen te gebruiken die voorzien zijn voor mensen die ze echt nodig hebben. 



De tweede reden is omdat ik vind dat ik wel nog ‘gewoon’ kan stappen en dus niet direct aan de bestemming hoef afgezet te worden. Mijn man is natuurlijk altijd chauffeur en helpt me dan ook overal te komen. Voetpaden in de stad zijn niet altijd even breed en niet bepaald vergelijkbaar met een biljarttafeloppervlak, obstakels zijn eveneens veelvuldig aanwezig. Bij extreme gevallen van al deze combinaties zijn dit dan ook de weinige momenten waarop we eens gebruik maken van de kaart.

Ten derde vind ik persoonlijk dat iemand die verlamd is aan de benen, en/of zelfstandig een auto bestuurt als eerste de ‘luxe’ moet krijgen om een parkeerplaats te vinden die breed genoeg is om zich van zijn wagen in zijn rolstoel te kunnen verplaatsen. Ook mensen die heel moeilijk te been zijn hebben voor mij het voorrecht om tot vlakbij hun bestemming gebracht te kunnen worden.



Begin dit jaar maakten we nog eens gebruik van een parkeerplaats maar hadden daarbij een heel onaangename ervaring. We gingen mijn twee nieuwe brillen afhalen bij de optiekzaak, gelegen op een hoek waar het voetpad over een hele straat wel wat verbeteringswerken kan gebruiken en daarbij ook nog eens heel smal is. Mijn man had me afgezet aan de deur van de optiekzaak en de wagen wat verderop op één van de gehandicaptenparkeerplaatsen gezet, die op dat moment als enige vrij waren. Bij het inrijden van de parking zag hij een oudere vrouw van achter haar raam nauwlettend alles in de gaten houden. Bij de tijd dat hij zijn portier opende stond ze al op de stoep om hem erop te wijzen dat hij er toch wel heel goed uitzag om op zo’n parkeerplaats te staan. Dit terwijl hij net de kaart voor de autoruit had gelegd. Heel beleefd heeft hij haar uitgelegd dat hij mij net had afgezet en dat het zeer onfatsoenlijk was van haar om zo’n reactie te geven. Blijkbaar voelde ze toch enige schaamte en zette, zonder verdere commentaar,  haar terugtocht richting woonkamer in. Toen hij de optiekzaak binnenkwam was hij echt wel aangeslagen door haar reactie.

Naar verluidt zouden 1 op 3 van de kaarten geen rechtmatige eigenaar meer hebben, dan is de kans groot dat daar regelmatig iemand parkeert die er niet hoort te staan én zelfs mensen zonder kaart deinzen niet terug om ‘even vlug’ een plaats in te nemen.  Maar het komt heel hard aan als je wel het recht hebt en zo wordt afgesnauwd. Het zal alweer even duren voor we een blauwe parkeerplaats gebruiken, ik hef wel even beter mijn voeten op en loop netjes recht achter mijn man aan als het voetpad te smal wordt. Maar eigenlijk zou dit geen enkel probleem mogen vormen en zouden we ons niet slecht mogen voelen op momenten dat het nodig is om daar te parkeren.

Daarom ben ik ook heel blij dat deze frauduleuze praktijken eindelijk worden aangepakt. Een geldboete is, volgens mij, niet echt een oplossing.  Zeker omdat deze voor de ene al makkelijker te betalen valt dan voor de andere en het vooral om ‘empathie’ gaat. Het besef van de functie van die plaats die ze zomaar zonder schroom innemen. Een beter resultaat zou bereikt worden wanneer ze een tijdje aan de lijve ondervinden hoe het is om te leven met een beperking, ook in een revalidatiecentrum of instelling omgaan met mensen met een beperking lijkt me een goed idee. Pas dan zou er begrip komen. Mensen snappen de problemen maar als ze het zelf meemaken, ze zijn nu eenmaal heel hardleers én hebben zelfs regelmatig een moment van herinnering of sensibilisering nodig om niet te vlug in herhaling te vallen van hun wangedrag...

Mijn facebookpagina : HogeMyopie