De dag van mijn bezoek heb ik toch wel
wat zenuwen. Al ben ik ervan overtuigd dat ik daar in goede handen ben. Toch
verloopt het anders dan dat ik in gedachten had. Eerst is er een gesprek waar
ik mijn verhaal een beetje vertel. Wanneer ik aangeef dat mijn rechteroog heel
regelmatig (en vooral ’s avonds) heel moe is en dat duidelijk merkbaar is,
wordt me gevraagd hoe dat komt. Een beetje verwonderd kijk ik de optometrist
aan omdat ik het nogal vreemd vind dat de vraag van haar komt terwijl die toch
eerder van mij zou moeten komen. Mijn vermoeden is wel dat mijn rechteroog zich
zo moet forceren dat het op het eind van de dag gewoon op is. De persoon gaat overleggen met de mij wel
bekende oogarts en komt dan terug voor verder onderzoek. Ik had aangegeven dat
het linkeroog me wel heel veel last bezorgt en ik daarom gebruik maak van
een ooglap. Er wordt een bedenking gemaakt of het niet beter is een filter op
mijn bril te kleven en eventueel te proberen met een prisma de twee beelden
samen te brengen. Maar het verschil tussen de twee ogen is zo enorm groot, het
ene beeld is dan ook nog eens een stuk groter dan het andere met een volledige
vervorming. Zelfs de beste illusionist krijgt dit niet op een aanvaardbare manier samengevoegd.
Dan blijft
er enkel nog de filter over maar aangezien die op mijn bril gekleefd wordt komt er nog steeds licht van de zijkanten wat dus wil zeggen dat het oog nog
steeds licht opvangt. Het geeft zeker beterschap maar het volledig afdekken is
gewoon de beste oplossing. Er wordt nog een poging gedaan om mijn leesbril
nog sterker te maken om toch dat ene lijntje op het tekstblad, verlicht door een intense lichtbundel, verder te kunnen
lezen wat uiteindelijk wel lukt maar ik voel de enorme inspanning die het me
kost. Ook de daarop volgende onderzoeken zijn vermoeiend. Iedere keer weer
vraag ik me af waarom zo tot het extreme uiterste moet gegaan worden om te zien
wat er nog uit te halen valt. In het dagelijkse leven is het kijken al
vermoeiend genoeg, moesten we ons op de manier moeten focussen die ze hier van
ons verwachten zou het gewoon niet uit te houden zijn. We lopen ook niet constant met een
mijnwerkerslamp op ons voorhoofd. Bij de testen wordt de meest optimale belichting gebruikt en lijken ze ervan uit te gaan dat we zo'n ingebouwde lamp bezitten. Waarom lijken
optometristen dat totaal niet te snappen. Ik zou heel wat hulp hebben aan middelen
waardoor ik mijn oog niet moet forceren en zeg dit dan ook. Eveneens het feit dat ik
niet alleen durf buiten te gaan omdat de angst me iedere keer weer om het hart
slaat wanneer dingen plots voor me opduiken en oneffenheden in een voetpad niet
worden opgemerkt.
Na hun bespreking kan ik langs bij de oogarts. Daar wordt
eigenlijk alleen bevestigd wat ik een jaar geleden zelf heb uitgedokterd,
dat het het beste is om de ooglap zoveel mogelijk of, nog beter, altijd te
dragen en niet te wachten tot het te moeilijk wordt in mijn hoofd of voor mijn
andere oog. Voor een witte stok kom ik op dit moment nog net niet in
aanmerking. Alweer een dubbel gevoel. Enerzijds wil het zeggen dat ik nog boven
de grens zit die wordt vooropgesteld, langs de andere kant waren er reeds momenten
in mijn leven waarop ik een heel stuk onder die grens zat en zal het terug in die richting
evolueren. Met mijn huidige zicht durf ik niet alleen buiten en vind het heel jammer dat
er niet wordt verder gekeken. Ook naar leeftijd toe. Momenteel heb ik nog de
leeftijd waarop alles aanleren nog vlotjes gaat. Niet alleen het aanleren van
het stokgebruik maar eveneens spraaktechnologie hier op pc. Binnen een paar
jaar kan dat al een heel stuk moeilijker zijn. Mijn man heeft het lumineuze
idee dat het misschien een optie is om me er toch alleen op uit te sturen. Wanneer
ik dan een paar keer tegen de vlakte ga, met bebloede neus en loszittende tanden
terug te gaan en dan opnieuw dezelfde vraag te stellen. Meestal vind ik zijn
voorstellen wel fijn maar voor deze ga ik toch even passen. Ik berust me er
alweer in maar vind het een beetje een gemiste kans.
Door het contact met
lotgenoten kreeg ik de zin om terug wat zelfstandiger te worden en zelf op pad
te gaan. Dit zal nog even moeten wachten. Gelukkig heb ik nog een groot vangnet
rond me doordat ik een beroep kan doen op onze beide ouders en vooral op mijn
man als privéchauffeur. Hier op pc lukt het wel met mijn grote scherm en een
groter lettertype maar ik ondervind dat ik slechts een bepaalde tijd voor het
scherm aankan omdat het oog alweer te moe wordt. Ondertussen adviseerden me
reeds een paar lotgenoten toch door te zetten met de aanvraag. Ook zij kregen niet
direct de nodige hulpmiddelen maar door een gemotiveerde uitleg werden ze uiteindelijk
toch opgenomen in het programma. Ikzelf nam eigenlijk geen enkele voorbereiding
omdat ik ervan uitging dat het wel in orde zou zijn. Ik laat het momenteel
allemaal even bezinken en ga nog even verder op hetzelfde elan. Het is nu niet
dat mijn brein pijlsnel achteruitgaat en de motivatie er wel komt op het moment
dat die nodig is om door te zetten en nieuwe dingen aan te leren.
Gelukkig komt er een lang weekend aan met
onze ‘vakantiebende’ dat alweer voor heel wat aangename momenten zorgt en me
even al de rest doet vergeten. Al heb ik af en toe toch wat hulp nodig zoals bij
het fornuis waar de touchtoetsen van de kookvlakken niet te zien zijn, gelukkig
kan ik de eerste de beste die de keuken inkomt vast grabbelen om me even op weg
te helpen. Eén avond wordt er TV gekeken, 'Pirates of the Carribean' waar ik plots wel een heel vreemd vertrouwd gevoel mee krijg. Het scherm is een heel stuk kleiner dan wat ik thuis gewend ben en zorgt ervoor dat mijn hoofd het zicht van de andere kijkers net niet verstoort, al lijkt het wel of ik met mijn ooglap volledig zou kunnen blenden in het geheel. De schuine kant aan ons
bedhoofd wordt op het hele weekend slechts één keer geraakt door mijn
voorhoofd, een hele prestatie. Bij het maken van een avondwandeling door het prachtige Brugge blijkt nog
maar eens dat alleen op pad gaan echt geen optie meer is. Ik besluit dan maar
mijn man nog wat steviger vast te nemen terwijl ik blindelings zijn passen volg
en stel me de vraag waarom dit niet begrepen wordt, zelfs niet in een
gespecialiseerd centrum…
Anekdote : Op weg naar de kerk, voor het
doopfeest van mijn man zijn petekindje, waren we op zoek naar een
parkeerplaats. Wanneer ik naast me zit te kijken zie ik, recht voor mijn neus
én als enige van de 4 inzittenden in de wagen, dat een andere auto zijn parkeerplekje
verlaat. Apetrots maak ik er de rest nog eens attent op dat IK wel degene was die het
zag en mopper ondertussen nog maar eens waarom ik niet meer met de wagen mag
rijden. De reden wordt een paar uur later duidelijk wanneer ik, bij het
passeren van de tafel, nietsvermoedend de taartenplateau raak en hem zo, met veel lawaai, de
grond op kieper. Gelukkig waren de laatste stukjes taart net ergens anders in
veiligheid gebracht. Toch was ik een beetje verbaasd dat mijn hulp bij de
vaat plots niet meer nodig was en ik rustig aan tafel mocht gaan zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten